Soorten parels

Soorten parels

Akoyaparels, Zuidzeeparels, Tahiti parels, Zoetwaterparels, Keshi parels, Mabe parels.

Akoyaparels

Wat zijn Akoyaparels?

Akoyaparels worden gekweekt in de Pinctada fucata martensii, beter bekend als de Akoyaoester. Deze oester komt voornamelijk voor in Japan en China. Welberoemd voor hun glans, akoyaparels worden de klassieke parels genoemd. Ze zijn voornamelijk wit of een beetje crème kleurig met een overtoon van roos, zilver, groen of crème. Tegenwoordig worden ook in China akoyaparels gekweekt maar zij hebben een mindere glans dan hun Japanse voorgangers.

De akoyaoester is de kleinste parelproducerende oester die gebruikt wordt in de parelteelt, tot 8 cm in diameter. Hierdoor is de akoyaparel eerder klein: van 2 tot 9 mm, uitzonderlijk tot 11 mm. Zij kunnen maar 1 maal ingeplant worden. De parels worden geoogst na 9 tot 16 maanden. De dikte van de parelmoerlaag is tussen de 0.35mm en 0.70 mm.

Akoyaoesters worden ingeplant met een “bolletje” gemaakt van parelmoer.

Er wordt eerst een incisie gemaakt in de gonad (geslachtsklier). Het bolletje wordt samen met een klein stukje mantelweefsel van een donor oester in deze incisie geplaatst. De oester vormt een parelzak, die rond de ingebrachte kern groeit, en begint parelmoer af te zetten. Er wordt een parel gecreëerd.

Bij de weekdieren die de akoyaparels produceren kan men tot 5 kernen tegelijk inplanten maar meestal doet men er maar 2. Deze oesters sterven bij het oogsten van de parels.

De parels zijn meestal rond of semi rond. Ze zijn ideaal om colliers en armbanden samen te stellen..



Keshi parels

Keshi parels worden per toeval gevormd als bijproduct bij het kweken van cultuurparels.

Hoe worden Keshi parels gevormd?

Keshi parels ontstaan wanneer de oester de ingebrachte kern afstoot maar er toch stukjes entweefsel blijven zitten of wanneer bij het inplanten van een kern een stukje van het entweefsel afscheurt. Deze cellen groeien uit tot een parelzakje. Doordat dit parelzakje niet gevuld is met een kern groeit de parel uit tot een unieke vorm. Deze parels zijn volledig opgebouwd uit parelmoer waardoor zij een uitzonderlijke glans hebben.

Vandaag de dag zijn deze keshi parels zeldzamer. Dit is omdat de kwekerijen van Tahiti- en Zuidzeeparels röntgenstralen nemen van hun oesters om te zien of de kern is afgestoten. Indien dit het geval is wordt er terug een kern ingeplant voordat er een keshi kan gevormd kan worden. Keshi parels kunnen groeien zowel in zout- als zoetwater. Een keshi uit een Akoya-oester heeft een grootte tot 1 mm. Keshi’s uit Zuidzee en Tahitiaanse oesters zijn veel groter en halen een gemiddelde van 4 tot 8 mm, uitzonderlijk kunnen ze groter worden.

Zoetwaterkeshi

In de late jaren 1980 is China begonnen met het produceren van barokke kernloze zoetwaterparels met gelijkaardige eigenschappen. Zij worden aangeboden in grote hoeveelheden en aan zeer gunstige prijzen.


Mabe parels

Mabeparels zijn genoemd naar de oester die vroeger gebruikt werd om mabeparels te kweken. In het dialact werd de Pteria penquin “mabe” genoemd (uitgesproken als mah-bay). Nu wordt deze naam gebruikt voor alle samengestelde parels met platte achterkant ongeacht uit welke soort oester ze komen.

Het is een halfronde cultuurparel die groeit tegen de binnenzijde van de oesterschelp en niet in het weefsel. Er wordt een halfronde vorm tegen de wand bevestigd. Dit kan in beide kleppen van de oester. Meestal worden 3 tot 4 vormen geplaatst in ieder klep, uitzonderlijk 6 of 7, afhankelijk van de grootte van de oester. De geproduceerde mabeparel hangt af van de vorm die ingebracht wordt – rond, peer, ovaal of hart. Na ongeveer 12 maanden kan er geoogst worden. De kwaliteit van de mabeparel is aanzienlijk beter als er geoogst wordt na 18 maanden.

De halve cultuurparels worden uitgesneden uit de schelp, de kern wordt verwijderd, de kapjes parelmoer worden gereinigd en opgevuld met hars. Tegen de onderkant wordt een schijfje parelmoer gekleefd.

Het eindproduct is een attractieve en grote parel voor een relatief goedkope prijs. Maar voorzichtigheid is geboden. Als je deze parel laat vallen of tegen een hard voorwerp stoot kan de parelmoerlaag breken.

Mabeparels worden meestal gebruikt in ringen, hangers en oorbellen. Je krijgt een grote parel voor veel minder geld dan een ronde parel.

Als een parel spontaan tegen de wand groeit wordt hij een blisterparel genoemd.


Tahiti parels

Tahiti parels worden gekweekt in de zwart-lippige Pinctada margaritifera in en rond Tahiti en de Frans Polynesische eilanden. Deze oesters worden tot 15 cm, uitzonderlijk 20 cm groot in diameter. De geoogste parels zijn meestal 8 mm tot 16 mm. De oester scheidt zwarte parelmoer af. Deze parels zijn uniek door hun natuurlijke donkere kleuren. Zij hebben een kleurenpalet van zwart, grijs, peacock, groen, blauw, aubergine en brons.

Het inplanten van de kern gebeurt hetzelfde als bij de Akoya en de Zuidzee oesters. De Pinctada margaritifera wordt ingeplant met een “bolletje” gemaakt van parelmoer. Er wordt eerst een incisie gemaakt in de gonad (geslachtsklier). Het bolletje wordt samen met een klein stukje mantelweefsel van een donor oester in deze incisie geplaatst. De oester vormt een parelzak, die rond de ingebrachte kern groeit, en begint parelmoer af te zetten. Er wordt een parel gecreëerd.

Door de grootte van de oester kan een veel grotere kern ingeplant worden dan bij de akoya oester. De Tahiti oester is uitzonderlijk in het produceren van parelmoer. Na de inplanting worden op de kern dagelijks 3 tot 4 laagjes aragoniet afgezet van telkens 1 micron dikte. Dat betekent na twee jaar een parelmoerdikte van 2 à 2.50 mm. Dit is het dubbele van wat een akoya oester produceert. Door de snelle aangroei van het parelmoer komen alle mogelijke vormen voor: rond (eerder zeldzaam), semi-rond, druppel, peer, knoop, ovaal en barok. 25 tot 30% van de oogst is geringd. Ook bij de Pinctada margaritifera kan net zoals de Pinctada maxima maar 1 kern per keer worden ingeplant. Gezonde oesters kunnen nog een tweede keer en soms zelfs een derde keer geënt worden.


Zoetwaterparels

Traditionele parels groeien in zoutwater weekdieren, maar zoetwatermossels die leven in poelen, meren en rivieren kunnen ook parels produceren.

Zoetwaterparels worden ingeplant op een andere manier dan de zoutwaterparels. In plaatst van een bolletje in parelmoer worden kleine stukjes mantelweefsel (van een donor oester) ingebracht. Zij worden in het vlezige mantelweefsel geplaatst. Doordat de mantel lang is en zich bevindt in de beide zijden van de schelp kan iedere mossel meerdere inplantingen hebben. Dit kan gaan van 12 tot 16 inplantingen per zijde, dus 24 tot 32 in totaal. Na het oogsten worden de mossels terug gezet en na enkele jaren zijn er terug parels gevormd. Het grote aantal parels dat geoogst wordt per mossel draagt bij tot het grote prijsverschil tussen zoetwater- en zoutwater parels. Omdat het stukje mantelweefsel oplost in de parelzak bestaat een zoetwater parel volledig uit parelmoer.

Algemeen gesproken, zoetwaterparels zijn niet zo rond als zoutwaterparels en ze hebben niet dezelfde diepe glans en structuur als de akoyaparel. Daarentegen komen ze voor in vele vormen en kleuren en hun goedkopere prijs maken ze heel populair.

Vandaag de dag is de kwaliteit van de zoetwaterparels aanzienlijk verbeterd. Dit ligt aan verschillende factoren. De grote stijging in kwaliteit is bereikt wanneer de industrie de Cockscomb parelmossel heeft vervangen door de hyriopsis cumingii. De Coskscomb parelmossel produceerde de lage kwaliteit rijst parels in de jaren 1970 en 1980. Een andere oorzaak is het aantal inplantingen per mosselklep te verminderen. Dit aantal is de laatste jaren tot gemiddeld 5 per klep gedaald. Met de eeuwwisseling kwam een andere golf van kwaliteitsparels en kleuren door het mosselras te veredelen.

De Japanners hebben een befaamd verleden om zoetwaterparels te produceren. Het Biwa meer was bekend om het kweken van hoge kwaliteit zoetwaterparels, een gladder oppervlak en een hogere glans. Tot midden 1970 domineerde Japan de zoetwaterparel industrie. Door de vervuiling van het water en de concurrentie van China kwam hieraan een einde. Ondertussen produceren de chinezen de parels in grote volumes en tegen lage kosten en zijn nu ongetwijfeld de wereldleider op gebied van zoetwaterparels.


Zuidzeeparels

Zuidzeeparels groeien in de Pinctada maxima oester. Zij worden gekweekt in de Stille oceaan en de Indische oceaan voornamelijk in Australië, de Filippijnen, Indonesië en Myanmar. Deze waters zijn het natuurlijke habitat van deze grote oesters. Zij kunnen tot 30cm in diameter worden.

Er zijn twee soorten Pinctada Maxima, de zilver-lippige en de goud-lippige. Ze worden onderscheiden door de kleur van het uiteinde van hun schelp aan de binnenkant. De zilver-lippige komt voor in het zuidelijk deel van dit gebied en produceert de wit tot zilverkleurige parels. De goud-lippige leeft in het noorden van deze waters en brengt de gele tot goudkleurige parels voort.

Zuizeeparels behoren tot de grootste gekweekte parels in de wereld. De meest voorkomende maat is van 9 tot 16 mm, uitzonderlijk tot 20 mm.

De Pinctada maxima wordt ingeplant met een “bolletje” gemaakt van parelmoer. Er wordt eerst een incisie gemaakt in de gonad (geslachtsklier). Het bolletje wordt samen met een klein stukje mantelweefsel van een donor oester in deze incisie geplaatst. De oester vormt een parelzak, die rond de ingebrachte kern groeit, en begint parelmoer af te zetten. Er wordt een parel gecreëerd.

Door de grootte van de oester kan een veel grotere kern ingeplant worden dan bij de akoya oester. De gonad van de Pinctada maxima is ook veel groter dan bij de akoya. Hierdoor scheidt ze veel vlugger en veel meer parelmoer af rond de kern vooral in warm water, waardoor het metabolisme van de oester toeneemt. Doordat er ook weinig vervuiling is in deze waters is er veel plankton aanwezig, het favoriete voedsel van de Pincada maxima. In deze goede omstandigheden wordt hun parelmoerproductie versneld.

Bij de South Sea oesters kan maar 1 kern per keer worden ingeplant, maar deze sterven niet bij de oogst en kunnen nog een tweede en soms een derde keer geënt worden.

Waarom groeien zuidzeeparels zo groot:

Hiervoor zijn 4 factoren:

  • De grootte van de oester
  • De maat van de ingebrachte kern
  • De tijd dat de parel groeit in de oester
  • De gunstige leefwereld van de oesters.

De groeiperiode bij de zuidzeeparel is ook veel langer (min 2 jaar) dan bij de Akoyaparel wat maakt dat hun parelmoerlaag ook veel dikker is van 2 tot 6 mm terwijl dit bij de Akoyaparel van 0.35 tot 0.70 mm is.


Contact


Privacy
Algemene voorwaarden
Sitemap

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

{{ newsletter_message }}

x

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x