Van ruwe tot geslepen diamant

Een ongeslepen diamant lijkt op een glazen kiezel zonder glans. Zijn ware schoonheid wordt pas onthuld na de opeenvolging van volgende bewerkingen.

Tekenen

Bij het tekenen wordt bepaald hoe de diamant het best bewerkt kan worden om zo weinig mogelijk gewicht te verliezen en zo zuiver mogelijke stenen over te houden. Met een pennetje en Chinese inkt geeft men aan waar de diamant gekloofd of gezaagd moet worden.

Kloven

De diamanten worden gekloofd ofwel om meerdere stukken te bekomen of om onzuiverheden te verwijderen. De ruwe steen wordt vastgezet met sneldrogende cement op een houten stok. Daarna wordt met een scherpe diamant een kerf gemaakt. Een stalen kloofmes wordt vervolgens in de kerf gezet. Met een korte hamerslag wordt de diamant gespleten. Het kloven wordt steeds met de groeirichting uitgevoerd.

Zagen

Het zagen daarentegen gebeurt tegen de groeirichting in. Eerst worden de stenen versteld met een pasta in een koperen dop. Als de pasta voldoende verhard is, wordt de dop op een zaagmachine gemonteerd. Met een uiterst dunne verticaal draaiende schijf worden de stenen langzaam gezaagd. (2 mm per uur)

Snijden

Nadat de diamant gekloofd of gezaagd is, worden de hoekjes afgerond door er met een andere ruwe diamant tegen te wrijven. Dit is het snijden.

Slijpen

Tot slot wordt de diamant geslepen . De gesneden steen wordt in een mechanische dop gevat. Met behulp van een tang wordt de steen op een horizontaal draaiende gietijzeren slijpschijf gedrukt. Een voor een worden de facetten geslepen. Deze facetten zijn kleine vlakjes die het licht reflecteren en de diamant doen fonkelen.

De technologie staat echter niet stil. Nu wordt er gewerkt met lasertechnologie voor het kloven, computergestuurde snijmachines en automatische slijpmachines.